Flow - 1000 vragen aan jezelf - Deel 3

 

Vraag 29. - In hoeveel huizen heb je gewoond?

Ik heb in vijf huizen, ons huidige huis meegeteld, gewoond.

Vraag 30. - Wat is jouw guilty pleasure?

Chocola, als ik eenmaal aan een reep begin, dan kan ik niet meer stoppen en moet de hele reep op.

Vraag 31. - Welk boek heb je het laatst gelezen?

Reflectie van Connie Harkema.

Vraag 32. - Waarom heb je het kapsel dat je nu hebt?

Uit gemakzucht. Ik ben niet zo'n type dat uren met haar kapsel in de weer kan zijn, daar ben ik te ongeduldig voor. Als het warm weer is, of om een andere reden, kan ik mijn haar makkelijk in een paardenstaart doen, maar als het los hangt, vind ik mijn kapsel ook wel goed staan bij mij.

Vraag 33. - Ben je verslaafd aan je telefoon?

Nee, dat ben ik niet. Ik kan rustig weggaan en mijn smartphone meenemen, maar dan zal ik hem nauwelijks gebruiken, hooguit om af en toe een foto te nemen van iets of om de weg te vinden via Google Maps, maar daar houdt het wel mee op. Ook thuis kan ik uren voorbij laten gaan zonder dat ik erop kijk.

Vraag 35. - In welke winkel kom je graag?

Hier maak ik een willekeurige top vijf van, maar er zijn nog veel meer winkels waar ik graag kom.

1. Van der Velde Boeken
2. C&A
3. OLDENHOF
4. SCHUURMAN
5. G&W Gezondheidswinkel

Vraag 36. - Welk drankje bestel je in een café?

Dat hangt van mijn bui af. Als ik geen zin in alcohol heb, bestel ik een icetea en als ik zin in alcohol heb, dan bestel ik meestal een biertje of een wijntje.

Vraag 37. - Weet jij wanneer het tijd is om te vertrekken?

Ja, dat weet ik meestal wel.

Vraag 38. - Als je voor jezelf zou beginnen, als wat zou dat dan zijn?

Dan zou ik een boekwinkel beginnen.

Vraag 39. - Wil je altijd winnen?

Nee, dat wil ik niet. Ik doe ook nooit mee om te winnen, maar omdat ik het leuk of gezellig vind om ergens aan mee te doen. Win ik, dan is dat leuk, maar win ik niet, dan is er nog geen man overboord. Er kan er maar één de winnaar zijn.

Vraag 41. - Welk cijfer zou je je gezicht geven?

Een negen.

Vraag 42. - Was je goed op school?

In sommige vakken, zoals Nederlands, was ik goed, in andere vakken, zoals wiskunde, was ik niet zo goed. Ik was gemiddeld.